Rundvleeskroket. Of bitterbal. Jij bepaalt.
Wij wilden graag bitterballen maken en gingen toen gelijk over de top. We dachten: waarom uitproberen met één soort? Dit hoeven natuurlijk niet perse bitterballen te worden, het mogen ook kroketjes worden. De basics zijn ons via YouTube geleerd door Cees Holtkamp.
Ingrediënten:
Basis boullion (voor 1,5l bouillon)
- 4 stengels bleekselderij
- 1 grote winterpeen
- 1 ui
- 1,5 l. water
Basis kroket
- 100 ml slagroom
- 3 vellen gelatine
- panko
- 4 eiwit
- 2 eigeel
- 80 gram boter
- 100 gram bloem
- 2 blaadjes laurier
- 500 gram riblappen
Bereidingswijze:
- Maak een basis bouillon door de ui, bleekselderij, en peen aan te bakken en water toe te voegen en aan de kook te brengen.
- Voeg de riblappen en laurier toe. Kook rustig door voor 2 uur.
- Haal de riblappen er uit en laat de bouillon afkoelen.
- Trek de riblappen in kleine stukjes. Waar nodig kan je ook de draadjes kleinsnijden.
- Maak een roux door de boter te smelten en de bloem stukje bij beetje toe te voegen.
- Blijf roeren met een garde en gaar de bloem. Als de roux zweet is de bloem gaar.
- Voeg 400 ml van de bouillon rustig toe. Blijf roeren!
- Voeg de stukjes vlees en slagroom toe. Vanaf nu noemen we het een ragout.
- Week de gelatine in koud water en roer door de ragout.
- Laat afkoelen.
- Zet de jeugd van tegenwoordig op om je te herinneren hoe paneren gaat. Of klik hier.
- Bereid bakjes voor met bloem, eiwit, en paneermeel.
- Maak kroketjesvorm van de koude ragout. Je eigen kroketjesvorm.
- Rol de kroketjes door bloem, eiwit, en panko.
- Laat je kroketjes een uurtje in de koelkast liggen.
- Frituur je kroketjes op 180 graden tot ze lekker bruin zijn.